skip to Main Content

Wie draagt het risico van de stijging van de grondstofprijzen?

  • Marieke Schepens

Door het tekort aan grondstoffen komen veel sectoren in de problemen. Kosten vallen veel hoger uit door de duurdere materialen en vertraagde projecten. Vooral in de bouwsector discussiëren aannemers en opdrachtgevers over wie het risico draagt van de extreme prijsstijgingen van de bouwmaterialen. Wie betaalt uiteindelijk de rekening van de hogere grondstofprijzen?

Wat is er aan de hand?

De prijzen van grondstoffen zijn de afgelopen tijd wereldwijd extreem gestegen. Deze prijsstijgingen zijn het gevolg van logistieke problemen en de aantrekkende economie. In het begin van de coronacrisis werd de productie van grondstoffen teruggeschroefd, omdat de verwachting was dat de vraag naar bouwmaterialen flink zou verminderen. De vraag blijkt nu toch hoger te zijn dan verwacht, zeker nu de economie weer opbloeit. Hierdoor is een forse schaarste ontstaan op de markt en zijn de invoerprijzen voor grondstoffen extreem gestegen.

Samen een oplossing vinden

Het eerste wat je als bedrijf kunt doen is uitzoeken wat er in de overeenkomst is afgesproken over prijsstijgingen. Zijn er aanknopingspunten over wie het risico op prijsstijgingen draagt of hoe prijsstijgingen verrekend kunnen worden? Producenten en leveranciers kunnen extra kosten door de prijsstijgingen soms aan hun afnemers doorberekenen.

Doorberekening is echter niet voor alle bedrijven een optie. Bedrijven kunnen vastzitten aan bestaande contracten waarin is opgenomen dat prijsstijgingen niet mogen worden doorberekend. In de bouw is het gebruikelijk om in een aannemingsovereenkomst een vaste prijs voor het gehele project op te nemen. Hiermee draagt de aannemer het risico op eventuele prijsstijgingen.

Ga in gesprek met je contractspartij en probeer samen tot een redelijke oplossing te komen. Als partijen er onderling niet uit komen, let dan op de wettelijke mogelijkheden voor de aannemer om de prijsstijging toch door te berekenen.

Wettelijke escapes voor de aannemer

De aannemer kan de rechter verzoeken op grond van artikel 7:753 van het Burgerlijk Wetboek de overeengekomen prijs geheel of gedeeltelijk aan de kostenverhoging aan te passen. Dit is alleen mogelijk als de kostenverhogende omstandigheden na het sluiten van de overeenkomst ontstaan of aan het licht komen en deze prijsstijgingen niet aan de aannemer kunnen worden toegerekend. Ook behoefde de aannemer bij het bepalen van de prijs geen rekening te houden met de kans op zulke omstandigheden.

Als de Uniforme Administratieve Voorwaarden (UAV) van toepassing zijn, kan doorberekening van de prijsstijging enkel plaatsvinden op grond van artikel 47 UAV. Dat artikel kent dezelfde voorwaarden als artikel 7:753 BW, maar er geldt nog een aanvullende eis voor de doorberekening. De aannemer moet aantonen dat het gaat om een aanzienlijke prijsstijging van het gehele werk.

Als zowel de UAV als art. 7:753 BW zijn uitgesloten in de overeenkomst, zou artikel 6:258 BW nog ingeroepen kunnen worden door de aannemer. Dit artikel bepaalt dat een rechter de overeenkomst kan wijzigen of ontbinden als het vanwege onvoorziene omstandigheden onredelijk is om de overeenkomst in stand te houden.  Een beroep hierop zal echter niet snel slagen, ook al heeft de rechter in verschillende zaken geoordeeld dat de overheidsmaatregelen als gevolg van de coronacrisis een onvoorziene omstandigheid is. Dat komt doordat de stijging van de grondstoffen niet puur het gevolg is van de coronacrisis maar ook andere omstandigheden meespelen.

Hoe nu verder?

Het hangt af van de omstandigheden van het geval en de inhoud van het contract wie het risico draagt van de prijsstijgingen. Het is raadzaam om in toekomstige overeenkomsten duidelijke afspraken te maken over eventuele (extreme) prijsstijgingen. Opdrachtgevers zullen andere afspraken wensen dan aannemers. Wilt u advies over uw situatie of hulp bij het opstellen of wijzigen van een contract? Neem dan contact op met een van onze advocaten!

Auteur: Inge Muller

Back To Top